Het 4e geschenk

Caspar, Baltazar, Melchior en de Vierde Koning waren al jaren bevriend met elkaar. Ieder woonde in zijn eigen land maar één keer per jaar reden ze op hun kamelen naar het midden van de woestijn om elkaar voor drie dagen te ontmoeten.

Tijdens één van die ontmoetingen in de woestijn vertelde koning Melchior iets bijzonders. Hij had gelezen in een oud boek dat er een heel bijzonder kind geboren zou worden. Een kind dat een voorbeeld zou worden voor heel veel mensen. Dit bijzondere kind zou veel vrienden maken waardoor er minder ruzie zou zijn. Koning Baltazar vroeg hoe men kon weten wanneer dit bijzondere kind geboren zou worden. Koning Melchior had geheimzinnig  gelachen en gezegd: een ster zou hen dit vertellen. Een ster? Een ster kan toch niet praten? Dat klopt, had Koning Melchior gezegd, maar wel licht geven. 

Deze ster zou extra veel licht ge ven en precies gaan schijnen boven de plaats waar het bijzondere kindje geboren was. De vier koningen hadden elkaar aangekeken en geknikt, in stilte. Meer niet. Ze spraken af dat zodra één van de vier koningen de heldere ster zou zien hij een bericht zou sturen naar de andere drie koningen. Ook spraken ze af wat voor cadeautjes ze zouden meenemen. Koning Caspar was de allerrijkste: hij zou goud meenemen. Koning Melchior, die ook dokter was, zorgde voor Mirre. Koning Baltazar hield erg van lekkere geuren. Hij zou zorgen voor een grote pot wierook. De vierde Koning wist het nog niet.

En toen, op een koude morgen, kreeg de Vierde koning het bericht dat het bijzondere kind was geboren. Het vertrek zou al over zeven dagen zijn bij koning Melchior. Dat betekende dat hij onmiddellijk moest inpakken en gaan, anders kwam hij te laat. Hij zocht naar zijn snelste kameel en warme kleding voor de koude nachten. Vlug nam hij afscheid en greep zich toen goed vast aan de lange haren van zijn kameel. Het cadeau! Hij was het cadeau bijna vergeten. Snel keek hij rond. Wat kon hij het kind en zijn ouders het beste geven? Ja natuurlijk, dacht de Vierde koning, warme dekens. Dat kunnen ze vast wel gebruiken in deze koude tijd. Snel pakte de vierde koning drie extra warme dekens uit de kast en stopte ze in de tas op de rug van zijn kameel. En daar ging hij, zo snel als zijn kameel hem dragen kon. Het ging goed, na drie dagen was hij al op de helft van de weg naar Koning Melchior. Hij sliep heel kort om snel weer verder te kunnen. Want de heldere ster, hoog aan de hemel, leek hem wel te roepen: Kom! Kom snel!

Op de vierde dag, in de middag, rustte hij even uit in een klein dorpje. Terwijl hij wat thee dronk kwam er een kind naar hem toe met versleten kleren en een droevig gezicht. Hij zei niets maar wenkte hem met zijn hand om mee te komen. De Vierde koning stond op en liep met het kind mee naar de hut waar de jongen met zijn drie broers en zieke moeder woonde. De Vierde koning gaf wat geld en één van zijn dekens en beloofde op de terugweg weer langs te komen. De moeder huilde van geluk en gaf hem uit dankbaarheid een dadel welke de Vierde koning bewaarde in een speciaal zakje dat hij altijd om zijn nek droeg.

Op de vijfde dag begon het heel hard te waaien waardoor de Vierde koning niet verder kon. Pas tegen de avond ging de wind weer liggen. De Vierde koning had nu bijna een hele dag verloren op weg naar zijn vrienden en vroeg zich af of koning Caspar en koning Baltazar wél op tijd zouden komen.

Op de zesde stopte de kameel plots met lopen. Toen de Vierde koning keek om te zien wat er aan de hand was, zag hij overal slangen. Voorzichtig liepen ze tussen de slangen door, maar toch werd de kameel gebeten. Door het gif werd de kameel zieker en zieker en had water nodig om de wond goed te kunnen verzorgen. De Vierde koning klopte aan bij de enige hut in de verre omtrek. De familie was thuis, gaf hem water maar vroeg ook een wederdienst. Of de Vierde koning de oudste zoon van de familie de volgende dag kon meenemen naar de stad van koning Melchior. De wond werd verzorgd en de volgende ochtend bij zonsopgang vertrokken de Vierde koning en de oudste zoon van het gezin dat hem had geholpen.

Zo kwamen ze bij zonsondergang aan in de stad van koning Melchior.
Koning Caspar, koning Baltazar en koning Melchior hadden tot laat in de middag gewacht op hun goede vriend, de Vierde koning, maar waren toen vertrokken. In een briefje dat ze achter lieten stond geschreven dat ze niet langer meer konden wachten. Ook stond er: ga in de nacht en volg de heldere ster. Misschien kun je ons nog inhalen. Graag tot ziens, vriend.

De Vierde koning was natuurlijk bedroefd dat hij zijn vrienden net gemist had. Ook was hij nu te moe om verder te reizen en moest eerst wat rusten. Hij nam afscheid van de jongeman en beloofde hem op de terugweg nog eens op te zoeken. De volgende avond bij het vallen van de nacht zocht de Vierde koning naar de heldere ster en ging op weg. Zijn koningsvrienden achterna, op zoek naar het bijzondere kind en zijn ouders.

Kroon
Kroon
Kroon
Kroon

In herinnering aan de Vierde koning, maakt Stichting intocht Driekoningen het mogelijk om een bijdrage te doen aan de minderbedeelde kinderen in onze maatschappij. Kinderen hebben bijvoorbeeld hun niet gebruikte speelgoed geschonken en recent is er een financiële bijdrage aan de Bossche Stichting Leergeld gegeven. Deze stichting laat kinderen in de leeftijd van 4 t/m 17 jaar met beperkte financiële middelen meedoen aan activiteiten binnen en buiten school.

Indien u of uw organisatie aan het vierde geschenk wil bijdragen, horen we dit graag. Dit kan via secretariaat@3kdb.nl.

Hannah
    Op alle teksten en afbeeldingen van deze website rust auteursrecht. Het is zonder toestemming niet toegestaan om de teksten te kopiëren, verspreiden of op een andere manier openbaar te maken.