Liedjes

Hannah

Hannah en de Drie Koningen
Openingslied
Tekst & muziek: Huibert Wilschut

Hoihoi, ik sta hier
Op het balkon
Ik heb net als jullie
Een lampion

Maar wat zijn dat nou voor beesten
Hier voor me op het plein
En wat zijn dat nou voor pipo’s
Weet iemand wie dat zijn?

Dat zijn de Drie Koningen
Zij komen van ver
Caspar, Melchior en Balthasar
Zij volgen de ster
Naar het kindje Jezus
Dat pas geboren is
Zij brengen geschenken mee
En die zijn bepaald niet mis

Op zoek naar ’t kindje Jezus
Ik wil op zich wel mee
En ik wil ook best iets geven
Maar wat? Geen idee!
Wat zal ik eens geven
Aan het kind in deze stad
Ja ik wil best iets geven
Maar ik weet niet wat

Als ik nou eens ga zoeken
Naar een mooi cadeau
En jullie vast gaan lopen
Dan zie ik jullie zo!

Daar gaan de Drie Koningen
Zij komen van ver
Caspar, Melchior en Balthasar
Zij volgen de ster
Naar het kindje Jezus
Dat pas geboren is
Zij brengen geschenken mee
En die zijn bepaald niet mis

Nu zijt wellekome

Nu zijt wellekome, Jesu lieve Heer, Gij komt van alzo hoge, van alzo veer. Nu zijt wellekome van den hoge hemel neer. Hier al in dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer. Kyrieleis.

Christe kyrieleison, laat ons zingen blij, Daarmee’d ook onze leisen beginnen vrij! Jezus is geboren op de heilige Kerstnacht Van een Maged reine, die hoog moet zijn geacht: Kyrieleis.

d’Herders op de velde hoorden een nieuw lied, Dat Jezus was geboren, zij wisten ’t niet. “Gaat aan geender straten en gij zult Hem vinden klaar:

Bet’lem is de stede, daar is ’t geschied voorwaar.” Kyrieleis.
d’Heilige drie Koon’gen uit zo verre land, Zij zochten onze Here met offerhand. Z’offerden ootmoedelijk myr’, wierook ende goud t’eren van den Kinde, dat alle ding behoudt. Kyrieleis.

Drie Koningen

Drie Koningen, drie Koningen,
Gif mij unne nieuwe hoed, hoed, hoed,
Munne ouwe is versleten
M’n vader mag ’t nie weten
En m’n moeder is nie thuis
Piep zeet de muis al in ’t zomerhuis.

Daor kommen we aon mit onze lantère
We zuken d’n Heer en we hadden um zo gère.
We klopten al aon Herodus z’n deur
Herodus de koning kwam zellevers veur.
Herodus de koning sprak uit ’n vals hart:
Wè ziet er de jongste van drieën zo zwart! (2x)

De jongste van drieën, die ziet er wel zwart,
Maar hij is de schoonste uit Morenland.
In Morenland is er zo’n kleine schone stad
Waor Maria mit ’t Kleine Kindeke zat.
Maria die moest er ’n berg op klimmen,
Daor heurde ze de Heilige Drie Koningen zingen.
De Heil’ge Drie Koningen zongen zo schoon
Zij maakten van vreugde ’n gouden kroon. (2x)

Wij komen tezamen

Wij komen tezamen, onder ’t sterreblinken Een lied moet weerklinken voor Bethlehem. Christus geboren zingen d’eng’lenkoren.

Komt gaan wij Hem aanbidden, 
Komt gaan wij hem aanbidden,
Komt gaan wij hem aanbidden, onze Heer. 

Drie wijzen met wierook kwamen er van verre, zij volgden Zijn sterre naar Bethlehem. Herders en wijzen komen Jezus prijzen. 

Komt gaan wij Hem aanbidden, 
Komt gaan wij Hem aanbidden, 
Komt gaan wij Hem aanbidden, onze Heer. 

Ook wij uitverkoren, mogen u begroeten, 
En kussen uw voeten, Emmanuël. 
Wij willen geven hart en geest en leven. 

Komt gaan wij Hem aanbidden, 
Komt gaan wij Hem aanbidden, 
Komt gaan wij Hem aanbidden, onze Heer. 

    Op alle teksten en afbeeldingen van deze website rust auteursrecht. Het is zonder toestemming niet toegestaan om de teksten te kopiëren, verspreiden of op een andere manier openbaar te maken.